21 februari begon het. ‘We zijn er bijna’ sprak ik tegen mezelf. Ik, die liefhebber van lange dagen, lekker licht, kleurige lente en warme zon. Ik begon met tellen achtentwintig, zevenentwintig, zesentwintig, vijfentwintig, vierentwintig, drieëntwintig, tweeëntwintig. Zucht, eenentwintig, twintig, negentien, achttien, zeventien. De streepjes op de koelkast lieten zien dat het niet lang meer zou duren. Zestien, vijftien, veertien, dertien. En toen stopte ik! Bam.
Tellen was niet meer nodig. Zij was er al. Of beter nog; zij is er! Eigenlijk al een paar dagen maar ja voor de zekerheid wachtte ik toch nog even af. Zou het nog omslaan? ‘Het kan hè,’ zeiden mensen tegen mij. ‘We hebben wel eens sneeuw gehad in maart.’ Dan glimlachte ik heel even. Een maand geleden had ik daar nog wel heel erg veel zin in. Schaatsen, sleetje rijden, moonboots aan. Lekker die kou tegen mijn gezicht. Maar na vandaag, ben ik daar vanaf! Ik voel haar, ik ruik haar, ik proef haar en ik zie haar. Geen twijfel meer mogelijk.
‘Het is LENTE!’ En ik ben blij.
De laarzen uit, de paden in. Proeven & toeren, geuren & kleuren, weg met het zeuren. Ik schreeuw het van de daken: ‘Geniet, giechel, kriebel en wiebel. Spring is in the air.’
Geweldig stuk Petra en heel herkenbaar. Ook ik heb de dagen afgeteld. Laat die Lente maar komen!
Leuk, Petra! Het lentegevoel spat er aan alle kanten vanaf!
Jaaaaa heerlijk Petra……het ging mij ook niet snel genoeg……ik heb de winter weggegeken, ook al is het niet echt winter geweest. En nu genieten van al dat moois dat de lente ons brengt 🙂